Stoppen op de pechstrook

Stoppen op de pechstrook is heel gevaarlijk en als er hierbij een ongeval zich voordoet zijn er vaak dodelijke slachtoffers te betreuren. Dit omdat de bestuurders of passagiers zich vaak in of in de dichte nabijheid van hun voertuig bevinden. Probeer dus stoppen op de pechstrook te vermijden. De pechstrook is aangelegd opdat de hulpdiensten zoals politie, brandweer, ziekenwagen of andere pechdiensten snel ter plaatse zouden zijn om hulp en bestand te bieden. Hou de pechstrook zo veel mogelijk vrij.

Wanneer mag stoppen op de pechstrook?

Bij autopech als verder rijden niet meer mogelijk is of als je de schade nog zou verergeren. Indien je in de mogelijkheid bent nog verder te rijden tot de volgende uitrit of parking, dan is dit de veiligste keuze. Heb je een lekke band, probeer dan toch nog de dichtbij zijnde oprit of parking te bereiken waar je in alle veiligheid de band kunt vervangen.
Bij een ongeval.
Bij het verliezen van een lading of als de aanhangwagen of trailer loskomt. Dan mag je stoppen om de lading op te rapen of om de aanhangwagen of trailer opnieuw vast te maken.
Bij het ziek worden van de bestuurder als de medische klachten van zo’n danige aard zijn, dat verder rijden, levensgevaarlijk zou zijn. Gaat het om een passagier probeer dan toch nog de dichtbij zijnde oprit of parking te halen.

Denk hieraan wanneer je een noodstop op de pechstrook moet maken. Enkel indien je bovenstaande situaties kan bewijzen, zal de verzekering in geval van ongeval tussen beide komen.

In welke gevallen mag men de pechstrook niet gebruiken?

Om te telefoneren.
Om de wegenkaart te raadplegen.
Om te laden of te lossen.
Om in of uit te stappen.
Om op te rijden en zo te ontsnappen aan de files.
Om te plassen.
Om een dutje te doen.
Om te picknicken.
Om de hond uit te laten.

Doet zich in dergelijke gevallen een ongeval voor dan kan de verzekering weigeren om tussen te komen en dit kan je duur komen te staan.

Wat te doen indien stoppen op de pechstrook onvermijdelijk is?

Parkeer je auto uiterst rechts op de pechstrook, dit zo dicht mogelijk tegen de vangrails of de berm.
Parkeer je auto , indien mogelijk, steeds achter een brugpijler.
Doe onmiddellijk een fluovestje aan. Dit is voor de bestuurder verplicht maar kan ook nuttig zijn voor je medereizigers.
Verlaat zo vlug mogelijk je auto.
Plaats steeds op een 100-tal meter achter je auto de gevarendriehoek.
Neem plaats achter de vangrails.
Neem zo vlug mogelijk contact op met de hulpdiensten. Tegenwoordig heeft iedereen een GSM bij de hand doch is het soms raadzamer van de telefoonpalen of praatpalen te gebruiken. Dit omdat bij gebruik van de praatpalen de operator onmiddellijk weet waar je je bevindt en zo ook de pechdiensten, de hulpcentra en de ziekenhuizen in de buurt kan verwittigen van je oproep. De operator kan je onmiddellijk doorschakelen met de 100 centrale. Om de 2km vind je een praatpaal en het gebruik ervan is gratis. De praatpaal is gemakkelijk te bedienen: er is geen hoorn, alleen een knop. Door een eenvoudig druk op de knop ben je verbonden met de alarmcentrale.
Laat je auto nooit langer dan 24 uur achter op de pechstrook. Dit is wettelijk verboden.
Indien je de pechstrook verlaat, voeg niet onmiddellijk in op de rijstrook. Rij verder op de pechstrook tot dat je een aangepaste snelheid bereikt om veilig te kunnen invoegen.
Merk je als automobilist een geparkeerd voertuig op de pechstrook, hou dan meer afstand bij het voorbij rijden ten opzichte van je voorganger.

Misbruik maken van de pechstrook wordt ook streng beboet. Hou dus met bovenstaande gegevens rekening en hou het veilig. Dit kan jezelf en anderen heel wat ellende besparen. Wij zijn toch met zijn allen verantwoordelijk voor een veilige snelweg!

Laatste aanpassing op Sunday, December 3, 2017 om 13:20u