Leiding geven: jezelf in vraag stellen

Wat hebben goede leiders gemeen?

Leiding geven start bij zelfkennis, zelfbewustzijn en zelfverandering. Leiders kennen zichzelf goed en weten wat hun mindere kwaliteiten zijn. Ze gaan een confrontatie met zichzelf of de medewerkers niet uit de weg. Omdat leiders dit weten, zullen ze zich gemakkelijker kunnen voorbereiden op veranderingen en hun doel bereiken. Goede leiders beschikken over een degelijke impulscontrole. Ze leren zich beheersen en negatieve zaken zoals frustratie en boosheid in goede banen te leiden. Leiders zien veranderingen niet als negatief maar juist als een uitdaging. Hierdoor moeten ze zichzelf soms opzij schuiven zonder daarbij hun doel uit het oog te verliezen. Ze hebben een goed aanpassingsvermogen en verbeteren constant zichzelf en aldus hun medewerkers en de gehele organisatie.

De omgang met paarden

In de omgang met paarden moet je jezelf eveneens voortdurend in vraag stellen. Zelfbegrip, zelfbeheersing en zelfsturing zijn essentieel. Paarden kunnen ons dit allemaal leren. Paarden houden ons een spiegel voor. Ze belichten onze kwaliteiten en confronteren ons eerlijk en onomwonden met onze beperkingen.

In de rubriek grondwerk met paarden, vertelde ik hoe mijn paard Unique totaal van slag was toen hij bij ons kwam. Bij zijn vroegere eigenaar was hij rustig en hij liet zich alles welgevallen. De eerste maanden bij ons was hij angstig, nerveus, wilde hij niet vastgebonden staan, beet hij mij tijdens het opzadelen, en nog meer van dat fraais.

Na twee kapot getrokken halsters, had ik er genoeg van. Deze situatie kon zo niet langer blijven duren. Het ging zelfs zover dat ik schrik begon te krijgen en aangaf dat als het zo bleef hij terug weg moest. Ik begon mezelf vragen te stellen en ging op zoek naar antwoorden.

Wat was er aan de hand?

Ik droomde al zolang van een eigen paard, met gitzwarte manen en een lange zwarte staart. En hier stond hij nu voor mij, een streling voor het oog, geloof mij. Hij heeft een prachtige uitstraling en is zeer imposant. Maar ik kon er niks deftigs mee aanvangen.

Ik begon mijn eigen gedrag te analyseren en kwam tot de conclusie dat ik hem anders moest benaderen. Ik begreep Unique zijn nervositeit en zijn angst voor zijn nieuwe omgeving maar begreep niet waarom ik er niet in slaagde om hem gerust te stellen en voor mij te winnen? Op het werk was ik zo zelfzeker en op stal werd ik zenuwachtig en bang. Ik zou niet opgeven. Het enige wat ik zelf in de hand had was mijn eigen gedrag.

Ik zou daarom anders gaan reageren als Unique nogmaals nerveus werd. Diezelfde dag begon ik eraan. Ik maakte Unique vast aan een lang touw, gaf hem een portie voordroog en begon zijn stal uit te mesten.

Meestal begon dan het circus: hij begon rond te draaien en ik ging bij hem om hem te troosten. Gevolg: mijn werk schoot niet op en ik werd zenuwachtig en boos. Deze keer kwam ik niet uit de stal maar sprak hem kalm toe vanuit zijn stal en werkte gewoon voort. Tot mijn grote verbazing werd Unique rustig en verorberde met smaak zijn voordroog. Dit gaf mij vertrouwen. De stal was in een mum van tijd gereinigd en Unique werd met complimentjes overladen. Dit betekende een keerpunt in onze relatie.

Als ik mezelf niet in vraag had gesteld en koppig was blijven aanmodderen, ervan overtuigd dat ik goed bezig was, dan zou ik deze stap nooit bereikt hebben met Unique.

Laatste aanpassing op Sunday, December 3, 2017 om 11:58u