Betere prestaties met Photoshop

Photoshop is een zwaar programa dat op de achtergrond enorm veel gegevens bewaart tijdens het werken. Het houdt een geschiedenis bij, het onthoudt de staat van paletten, plugins, enz.

Ook al heb je een goede zware computer met veel RAM-geheugen, als je met zeer grote afbeeldingen werkt, kan Photoshop wel eens gaan trager werken. Toch heb je heel wat mogelijkheden om daar snel en eenvoudig wat aan te veranderen.

Het dialoogvenster prestaties

Via Edit > Preferences > Performance (Bewerken > Voorkeuren > Prestaties), kom je in een dialoogvenster waar je al direct 4 instellingen kan aanpassen om het geheugengebruik van Photoshop te optimaliseren.

1. Memory Usage (geheugengebruik)

Hier zie je hoeveel intern geheugen (RAM) uw computer ter beschikking heeft voor programma's. Photoshop geeft aan wat de ideale mogelijkheden zijn. Ben je iemand die nooit veel programma's tegelijk opstart, dan kan je hier het niveau gerust verhogen. Ben je een echte duizendpoot die met 20 programma's tegelijk bezig is, laat het dan best staan rond de 50% of op de laagste waarde die Photoshop suggereert.

2. History states (geschiedenis)

Photoshop onthoudt standaard de 20 laatste acties die je hebt uitgevoerd. Via Undo (Ongedaan maken) kan je steeds naar een vorige situatie terugkeren. Ben je nogal zeker van je zaak en hoef je slechts de laatste 10 stappen te vrijwaren, verlaag dit dan naar 10. Je kan overigens ook met snapshots werken in het history panel. Als je in een bepaald stadium van je werk een goed resultaat wil vrijwaren om eventueel later naar terug te keren, dan kan je door te klikken onderaan het history panel op het camera-icoontje een "snapshot" bewaren. Je kan elke snapshot een naam geven. Je kan dan apart de geschiedenis wissen (rechtermuisknop Clear History), de snapshots blijven bestaan tot je het document sluit.

3. Cache levels

Cache levels bepalen de snelheid waarmee een afbeelding opnieuw samengesteld wordt, nadat je een actie hebt ondernomen (rendering). Standaard staat het aantal cache levels op 6. Werk je met kleine afbeeldingen en heb je maar weinig RAM geheugen, breng dit terug naar een lager aantal. Werk je met zeer grote afbeeldingen en heb je voldoende RAM-geheugen, schuif gerust door naar 8.

4. Scratch disks (werkschijven)

Werkschijven worden door Photoshop gebruikt om bijkomend gegevens weg te schrijven tijdens het werken. Standaard gebruikt Photoshop uw primaire harde schijf. Je kan hier echter meerdere andere schijven invullen. Dit is vooral nuttig als je op uw primaire harde schijf niet veel ruimte meer over hebt.

Even "purgeren"

Je kan met een snelle ingreep alles wissen qua geschiedenis, ongedaan maken, prikbord enz. Ga daarvoor naar Edit > Purge en kies wat je wil wissen, of kies alles. Opgelet: als je dit hebt gedaan, dan ben je alle stappen in de geschiedenis kwijt!

Efficiency controleren

Als je een document hebt geopend dan kan je in de onderste rand op een zwart pijltje klikken. Dan kan je via Show > Efficiency tonen of je geheugen optimaal wordt gebruikt. Andere mogelijkheden die je daar kan tonen zijn bijvoorbeeld de afmetingen van je afbeelding, wat ook soms nuttig kan zijn.

Werk netjes en gestructureerd met layers (lagen)

Eens je goed op dreef bent met Photoshop en je het gebruik van layers (lagen) goed in de vingers hebt, onstaat het risico dat je er door het steeds opnieuw aanmaken van nieuwe layers een behoorlijk soepje van maakt. Op de duur heb je tientallen layers, zichtbaar en onzichtbaar, waar een kat haar jongen niet meer in terugvindt. Organiseer daarom uw layers in mappen, die je in eerste instantie zichtbaar of onzichtbaar kan maken. Heb je zo'n onzichtbare map of sommige layers niet langer nodig, gooi ze dan weg. Op die manier kan je zeer goed de grootte van uw bestanden beperken, en een optimaal geheugengebruik waarborgen.

Laatste aanpassing op Friday, December 8, 2017 om 08:14u